GARDONS NOTRE SOURIRE Ersatz et Kommandantur ou les joies de l'occupation
année de production-productiejaar:
1937
genre:
comédie
durée-lengte:
86 min
procédé:
Zwart/wit - Noir et blanc
version-versie:
française (son synchrone)
production-productie:
Les Productions Gaston Schoukens
réalisation-realisatie:
Gaston Schoukens
scénario-scenario:
Julien Flament, Gaston Schoukens
images-beeld:
Paul Flon
musique-muziek:
V.O. Ursmar
interprétation-vertolking:
Gustave Libeau, Pauline Carton, Georgette Méry, Zizi Festerat, Suzanne Christy, Georges Keppens, Marguerite Daulboys, Stan Devuyst, Jacques Philippet
synopsis
En 1918, la Belgique est occupée par les Allemands. Pierre Lafontaine, président de la société de musique 'Les Sans Souci', garde la confiance en la victoire finale. Deux de ses musiciens se sont rendus célèbres par leurs voyages en province, à la recherche de beurre et de pommes de terre.
Revenant d'une réunion, Pierre apprend par sa belle soeur Florence que son neveu Jean, soldat français prisonnier en Allemagne, s'est évadé. Il se cache à Liège.
Pierre part pour Liège. Après des litiges, il ramène Jean à Bruxelles.
Mais il est dénoncé et convoqué à la Kommandantur. Il est enfermé à la prison avec un certain Nénesse, un espion français. Nénesse et Pierre s'évadent mais sont accueillis par les Allemands qui les prennent pour des officiers.
D'abord tout se passe bien mais un officier reconnaît Pierre. Il échappe une seconde fois et se réfugie chez son frère, curé aux environs de Bruxelles. Pour dépister les Allemands, il prend les fonctions de sacristain.
Il meurt d'envie d'aller voir sa famille et s'en va, déguisé en curé. Il s'engage dans des péripéties qui se terminent avec la rentrée des alliés à Bruxelles. Il retrouve Jean parmi les soldats de France.
In 1918 is België bezet door de Duitsers. Pierre Lafontaine, voorzitter van de muziekvereniging 'Les Sans Souci', vertrouwt in de eindoverwinning. Twee van zijn muzikanten zijn berucht door hun reizen naar het platteland, op zoek naar boter en aardappelen.
Na een vergadering verneemt Pierre van zijn schoonzus Florence dat zijn neef Jean, een Franse krijgsgevangene in Duitsland, is ontsnapt. Hij houdt zich schuil in Luik.
Pierre vertrekt naar Luik. Na een aantal moeilijkheden keert hij met Jean terug naar Brussel.
Maar hij werd aangeklaagd en ontboden bij de Kommandantur. Hij wordt opgesloten in de gevangenis met een zekere Nénesse, een Franse spion. Nénesse en Pierre weten te ontsnappen maar worden verwelkomd door de Duitsers die hen voor officieren aanzien.
In eerste instantie gaat alles goed, maar een officier herkent Pierre. Hij ontsnapt een tweede keer en zoekt zijn toevlucht bij zijn broer, een priester in de buurt van Brussel. Om de Duitsers op een dwaalspoor te brengen, verkleedt hij zich als koster.
Hij popelt echter om zijn familie te gaan opzoeken en, vermomd als priester, gaat hij op stap. Hij beleeft allerlei avonturen die eindigen met de intocht van de geallieerden in Brussel. Hij ontdekt Jean tussen de Franse soldaten.